Een lichtpuntje tijdens de lockdown is dat veel mensen opnieuw meer aan het bewegen gaan. Of het nu gaat om een rustige wandeling, elektrische fietstocht tot het (her)ontdekken van loopschoenen en koersfiets — elke beweging telt!
Helaas loeren blessures om de hoek bij het sporten. Graag geef ik dan ook vier tips om je op weg te helpen:
1. Take it easy
Rome is niet op één dag gebouwd. Je lichaam is gemaakt om te bewegen, maar heeft zijn tijd nodig om zich aan te passen aan de belasting van het sporten. In de beginfase hoef je zeker niet te focussen op een hoog tempo of lange afstand. Genieten en rustig opbouwen is de boodschap.
Na inspanning volgt ontspanning. Een juiste dosering van inspanning, maar ook herstel zijn cruciaal om je conditie op te krikken. Luister naar de signalen die je lichaam je stuurt (stijve spieren, stramme gewrichten, inspanning voelt zwaarder aan dan gewoonlijk,…) om je trainingen bij te sturen.
Afwisseling is goed voor het lichaam. Dit kan door af te wisselen in impact (lopen) en non-impact sporten (fietsen, zwemmen) of door te variëren in intensiteit. In het weekend heb je misschien meer tijd voor een langere duurtraining. Tijdens de week kan je dan kiezen voor een kortere, intensievere work-out.
Vergeet naast de conditietrainingen niet om te werken aan je basiskracht en core stability. Het zal je prestaties tegoed komen en helpen om blessures te voorkomen.
Vragen over gezond sporten of wens je persoonlijke begeleiding? Contacteer Kine Vandewalle!